De Joden hebben meer aanspraak op de Israëlische hoofdstad dan de Fransen op Parijs, de Duitsers op Berlin of the Engelsen op London.
Benjamin Disraeli, Engeland’s Eerste Minister in het begin van de 20ste eeuw, had een speciale manier om mensen die zijn toespraken in het Parlement onderbraken van repliek te dienen, wanneer ze hem als Jood kleineerden: “Mijn volk waren koningen in Jeruzalem toen jullie de velden omwoelden voor paddenstoelen” zei hij dan.
Het punt is dat Jeruzalem het Koninklijk Huis was, lang voor dat London of Parijs koninklijke paleizen hadden, en Berlijn of New York nog niet bestonden. Toch zijn het deze hoofdsteden, die in hun arrogantie bijna dagelijks proberen het Joodse volk te beroven van hun oeroude, Bijbelse aanspraak en verbinding met Jeruzalem. Dit is een volk dat duizenden jaren lang zijn gevoelsmatige verbondenheid en verlangen naar de stad uitte door ieder Paasfeest opnieuw uit te roepen: “Het volgende Jaar in Jeruzalem”! De stad is de hoofdstad geweest van alleen maar één volk, en dat is het Joodse volk. Geen andere natie kan of zou er aanspraak op kunnen maken. Zoals Eerste Minister Benyamin Nethanyahu onlangs verklaarde: “Jeruzalem is geen nederzetting” maar het is de Stad van David, Salomo, de grote profeten en de wijzen uit de Bijbel, en de stad waarvoor Jezus zelf bad en die Hij erkende als Joods.
Zelfs Aartsvader Abraham trok 4000 jaar geleden naar de berg Moriah en de stad Salem om God te aanbidden. En van deze hemelse ontmoeting heeft de stad zijn naam gekregen: Het is Jeruzalem, de stad van vrede en rechtschapenheid.
Daarentegen, toen de Ottomanen de regio veroverden en voor meer dan 400 jaren regeerden, beschouwde ze de stad nooit anders dan als een afgelegen provinciaal stadje. Het was niemand anders’ hoofdstad, en bleef verwaarloosd. Zelfs de Islamitische legende dat Muhammad ten hemel gestegen zou zijn van daar is in twijfel en wordt ook aangevochten door Islamitische theologen! Maar de grote Israëlische koningen David en Salomo schreven 3,000 jaar geleden prachtige lofreden op de stad, die allen te lezen zijn in het poëtische deel van de Bijbel. De grote Hebreeuwse profeten deden hetzelfde toen ze de Joodse inwoners van de stad vermaanden. De apostel Paul ging altijd naar Zion terug voor de eredienst, hij had een sterk verlangen om in Jeruzalem te zijn voor de Bijbelse feesten. Jeruzalem had altijd een, soms kleine, Joodse bevolking, en een Joodse meerderheid sinds het midden van de 19e eeuw.
Hoe vreemd is het toch dat de wereld gelooft dat de zeer oude Bijbelse stad niet Joods zou moeten zijn. Wat een onzin is dat? De Joden hebben meer aanspraak op Jeruzalem dan de Fransen hebben op Parijs, de Duitsers op Berlijn of de Engelsen op London. Het is absurd anders te denken, en toch is dit het karakter van de globale politieke consensus vandaag. Het is niets minder dan schandelijk.
Op ons jaarlijks Loofhuttenfeest deze week, noteert de International Christian Embassy Jerusalem 30 jaren van onbetwistbaar steunen en bepleiten van een verenigd Jerusalem onder Israëlische soevereiniteit. Jeruzalem is de hoofdstad van het Joodse volk, en diegenen die deze verklaring willen appelleren moeten of de geschiedenis herschrijven of volledig negeren. Jammer genoeg doen ze dat graag.
Israel’s Psalmist, Koning David, keek over de muren en bolwerken van Jeruzalem en “schreef: “Bid voor de vrede van Jeruzalem, zij die haar liefhebben zullen bloeien”. Zijn groot gebed was dat vrede en vreugde zullen neerdalen op de stad wanneer de Joodse kerkgangers samen komen om hun voorgeschreven feestdagen te vieren en ook de volkeren naar dit “huis of gebed voor alle volkeren” komen. Dit is eveneens ons gebed. En als de enige ambassade in Jeruzalem, die miljoenen Christenen over de globe vertegenwoordigen, die dezelfde mening zijn toegedaan, maken we met blijdschap deze leuze ons eigendom. “Jeruzalem verenigd” is onze leuze van deze Succot.
Malcom Hedding,
Hij is de uitvoerend directeur van de the International Christian Embassy Jerusalem; www.icej.org
Jerusalem Post 4 Oktober 2009
Vertaling Michal Elata.